Korenmolen historie
Het dorpje Alverna, dat tegenwoordig samen met andere dorpen onder de gemeente Wijchen valt, kent sinds haar ontstaan eind 19e eeuw al een molen. Toen in 1881 besloten werd het Franciscaans klooster ‘La Verna’ te bouwen volgde al gauw de bouw van een standerdmolen. In een krantenbericht uit ‘De Gelderlander’ van 1890 is te lezen dat deze standerdmolen in datzelfde jaar afbrandde. Snel werd aangevangen
met de bouw van een beltkorenmolen. Voor de bouw van de nieuwe molen werden verschillende onderdelen uit de afgebrande standerdmolen, een
achtkante stellingmolen uit Zieuwent, en molens uit (vermoedelijk) Zuid-Holland gebruikt. Toepasselijk kreeg de molen de naam ‘Schoonoord’,
verwijzend naar de religieuze achtergrond van het gebied. Om het maalbedrijf te kunnen starten werd de molen uitgerust met twee koppels stenen en een sleepluiwerk.
Helaas wordt de geschiedenis van de molen gekenmerkt door branden. Zo was in 1890 de voorganger (standerdmolen) afgebrand, en in 1944 vloog na een hevige storm de kap van de slechts vijftig jaar oude beltmolen in brand. Bekend zijn onder meer de verhalen van de molenaar uit Gassel (N.Br.) die vanaf zijn molen de enorme rookpluim kon zien. Ook recent nog, in november 2003, brandde twee naast de molen gelegen loodsen volledig af en had ook de molen te kampen met grote schade. Gelukkig werd hij steeds weer hersteld.
Bij de laatste restauratie, die duurde van 2004 tot 2006, werd het oude Van Busselsysteem weer teruggeplaatst, kreeg de molen zijn oude kleuren terug (wat het uiterlijk aanzienlijk veranderde), en werden de muren opnieuw gevoegd. Tevens volgde de bouw van een nieuwe showroom waardoor de piano’s, die voorheen in de molen zelf stonden, een nieuw en beter onderkomen kregen. Voorts liggen plannen klaar om de molen weer maalvaardig te herstellen zodat, net als vroeger, weer graan tot meel verwerkt kan worden. Daarvoor dient een nieuw koppel stenen te worden geïnstalleerd, het luiwerk gerepareerd te worden en de lagers van de koningspil te worden hersteld.
Helaas vormen grote bomen ten zuiden en westen van de molen een grote windbelemmering, waardoor de wieken bij wind uit die richtingen bijna niet meer kunnen draaien. Desondanks wordt regelmatig op zondagen bij gunstige wind de molen in werking gesteld.